O Silvia - Reisverslag uit Popayán, Colombia van Pieter - WaarBenJij.nu O Silvia - Reisverslag uit Popayán, Colombia van Pieter - WaarBenJij.nu

O Silvia

Door: Pieter en Anneke

Blijf op de hoogte en volg Pieter

19 Juli 2011 | Colombia, Popayán

Maandag 18 juli
Vroeg opstaan is deel van ons ritme geworden. Vandaag betekent dat dat we, terwijl het buiten miezert en de wereld er wat grijs uitziet, onze rugzakken inpakken. Tegen de tijd dat we klaar zijn en gaan ontbijten, klaart het snel op en wordt het een stralende morgen. Op de veranda met uitzicht spotten we vogels en lezen wat. Om negen uur staat de taxi voor de deur en vertrekken we richting busstation voor de reis naar Popayan dat in de volgende vallei ligt en waarvoor we een bergkam moeten oversteken.
Het is nog drukker in de stad dan gisterochtend, want opnieuw is er markt. Onze bus komt uit Pitalito en omdat er weinig opstappers ziijn in San Agustin worden we per pick-up vervoerd naar het kruispunt met de doorgaande weg, net buiten de stad. Er blijken inderdaad nog precies twee stoelen vrij te zijn in de twintigpersoons bus: een op de achterbank en een in het midden. Overigens worden de 20 plaatsen bezet door 26 personen: een aantal plekken voor 2 zijn door 3 man bezet. En dat is knap, want de stoelen zijn heeeel erg smal. De weg naar Popayan is slecht en modderig, waardoor we 5,5 uur doen over de 125 km. Hotsend en botsend rijden we door verschillende landschappen: eerst langdurig door een supergroen oerwoudachtig secundair bos, dan door paramo-landschap zonder bomen en met frailejon (een plant die A nooit eerder gezien heeft) en tenslotte door agrarisch bergland dat stijl en grillig is, met relatief veel gras en weinig verbouwd land. En dan zijn we in de brede Cauca-vallei bij Popayan. We logeren in Hotel Los Balcones dat ligt in de oude stad. Popayan ademt een koloniale sfeer. Het oude stadje is wit gepleisterd en ziet er heel goed onderhouden uit, waarschijnlijk vooral dankzij de restauratiewerkzaamheden na de aardbeving van 1983.
Een bezoek aan het Natuur-Historisch Museum is vooral aardig doordat we een aantal vogels en beesten die we in vogelvlucht of net niet gezien hebben tijdens onze reis tot nu toe van dichtbij kunnen bekijken. Er is namelijk een flinke verzameling opgezette dieren en vogels. De collectie vlinders en insecten is indrukwekkend. Maar de tapir krijgen we ook hier niet te zien.

Dinsdag 19 juli
We staan om vijf uur op en als A nog even vlug mail binnenhaalt op de iphone en kijkt of er wellicht een berichtje van P's jongste en zwangere dochter is, gaat skype over. Het is moeder Hogenstijn die A online zag komen en heel behendig de manier heeft gevonden om daarop te reageren. We kletsen even en dan is het voortmaken om de bus van 6 uur naar Silvia te halen, waar we om 7.15 uur aankomen.
Iedere dinsdag is het markt in Silvia en komen de inwoners van de omliggende heuvels, die samen de Guambiano stam vormen, in groten getale naar Silvia om hun landbouwproducten te verkopen. De markt is in opbouw en op straat is het druk met aankomende chiva's, handkarren, busjes en mensen met een vrachtje in hun armen of op hun rug.
De Guambiano zijn zelfbewust en hebben een heel bepaalde stijl van kleden. Zowel mannen als vrouwen dragen een bolhoed en lopen op vrij lompe bergschoenen. De vrouwen hebben een felblauwe deken over de schouders en de mannen dragen diezelfde deken als rok. Het valt A op dat de mannen onder de deken slechts een onderbroek of korte broek dragen, want bij het lopen valt de deken aan de achterkant open en is er goed zicht op gespierde bruine benen. De vrouwen dragen zelf geweven lange zwarte rokken, met een werkje erin en kettingen van witte kralen. Het lijkt erop: hou ouder hoe meer strengen kralen. De mannen dragen een zwarte poncho en een rode sjawl met zwarte, bruine, oranje strepen aan de uiteinden. Zowel de mannen als de vrouwen dragen een (zelf?) geknoopte tas, die over de schouder of over de rug gedragen kan worden. Bijna alle tassen zijn verschillend. Ook qua uiterlijk vormen de Guambiano duidelijk een aparte groep. Ze zijn zeker niet mooi, en hebben vaak een heel rond en karakteristiek gezicht. Het kapsel van de vrouwen is vaak zo geknipt alsof het net onder een bloempot vandaan komt.
We ontbijten op de markt met chocolademelk met verse kaas, en gefrituurde yuca-broodjes, en raken in gesprek met tafelgenoten, die ons vertellen dat het ok is om foto's te maken, anders dan de lonely planet vermeldt. En er is heel veel te zien. Rijen Guambiano die naast elkaar op de stoep zittend bosjes uien, kruiden en bloemen (voor thee) verkopen. Binnen in de overdekte markt valt de variatie in aardappelen op, en de overdaad aan vruchten en groenten. Er is geen vis en de hoeveelheid vlees lijkt ook beperkt. Bij de enorme hoeveelheid eettentjes wordt druk ontbeten door zowel Silvianen als Guambianen. We onderhandelen over een van die mooie schoudertassen, maar de schouderband zit gedraaid en de verkoopster zal die voor ons opnieuw aanhechten. We beloven om 12 uur terug te komen om te betalen en de tas op te halen. Maar eerst gaan we met een jeep mee naar La Campana, een van de Guambiano dorpen, dat op een half uur rijden in de bergen ligt. De auto zit vol met Guambianen die onderweg successievelijk uitstappen met hun koopwaar die op het dak werd vervoerd. De auto wordt alsmaar leger en een dorpskern komt niet in zicht. Uiteindelijk besluiten we ook maar uit te stappen en een stuk terug te lopen. Het valt ons op hoe leeg en gesloten het bij de huizen is: iedereen zit op de markt! De huizen zijn kaal en hebben niet de charme die we eerder wel zagen. Er wordt nauwelijks gestucd en ook kleur is er niet veel. We zien kleinschalige landbouw, een heel klein beetje vee, een aantal visvijvers (forellen), en hier en daar een winkeltje. De weg slingert zich langs een forse beek, en de bebouwing eveneens. Na een uurtje wandelen lijkt het erop dat onze hoop om mee te kunnen rijden met een grote, feestelijk gekleurde chiva niet in vervulling zal gaan en kiezen we een jeep voor ons geld. We stappen in Silvia weer uit en lopen naar de marktkoopvrouw voor het ophalen van de tas. Maar helaas: ze blijkt hem al aan een ander verkocht te hebben en was blijkbaar onzeker of we wel echt terug zouden komen. Misschien kon ze hem ook wel voor een betere prijs verkopen. Wiij hadden immers afgedongen. We doorkruisen opnieuw de markt, maar ook de omliggende straatjes op zoek naar nog zo'n leuke tas. Tot P er gek van wordt. Dan maar lunchen. Als we richting bus lopen en nog 1 winkeltje inschieten vinden we de mooiste tas van de hele markt (dat weet P nu zeker...). Op het dorpsplein is het inmiddels een totale heksenketel. Chiva's afgeladen met mensen en hun koopwaar op het dak en met de beesten op de achterplecht vastgebonden, karren, kletsers, wachters, jeeps, auto's, brommers, busjes etc etc. Het is een druk sociaal gebeuren. We nemen de bus terug naar Popayan.
Onze vlucht naar Cartagena boeken we via internet voor donderdag en we vinden een hotelletje in de ommuurde oude stad.

  • 21 Juli 2011 - 01:21

    Marko:

    Ik reis ook in Colombia, vraagje: wat heb je voor een vlucht betaald (met Avianca?) van Popayan naar Cartagena als ik vragen mag? Moet hetzelfde doen vandaag-morgen.. Thanks!

  • 21 Juli 2011 - 08:07

    Wendela:

    Wat heerlijk! Tas gekocht? Ben wel erg benieuwd :)

    Ik wil ooohoooooook op reis! In oktober gaan Rutger en ik 3 weken naar Mexico (en Belize), ook niet verkeerd.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Colombia, Popayán

Pieter

Actief sinds 05 Sept. 2008
Verslag gelezen: 219
Totaal aantal bezoekers 29800

Voorgaande reizen:

22 Oktober 2017 - 17 November 2017

Nepal: Langtang, Gosainkund, Helambu

28 Mei 2011 - 12 Augustus 2011

Peru, Galapagos en Colombia

12 September 2008 - 15 December 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: